5. Mens: méér dan je denkt.
In het verleden waren, zoals hiervoor al geschreven, de filosofie en de kunst een onderdeel van het grotere 'wetenschap'. Vanuit een intuïtief en diep weten dat 'de mens' zo veel meer was dan alleen zijn stoffelijke verschijning, was het begrijpelijk en uiterst leerzaam dat empirisme, filosofie, kunst en religie naast elkaar en door elkaar heen bestonden. En hoe meer de mens meende zichzelf en zijn wereld te begrijpen, hoe meer de verhoudingen tussen die verschillende onderdelen van de wereld van de mens veranderden. En uiteindelijk is de dominante religie in het westen 'de wetenschap' geworden die als hoofddogma belijdt dat als er geen belletje gaat branden of lampje gaat rinkelen 'het' dus 'wetenschappelijk' niet bestaat, waarmee meteen ook geen concurrerend geloofsstelsel meer bestaat: "Ik getuig dat (er) geen godheid is (dan) alleen Wetenschap en ik getuig dat De Wetenschapper zijn boodschapper is". Amen.
Binnen die wetenschap is er slechts één definitie van 'de mens' mogelijk, en dat is de mens in zijn stoffelijk voorkomen, waartoe wij (de wetenschap) inmiddels ook elektrische en/of magnetische energie rekenen, voor zover de wetenschap deze kan verklaren, anders bestaat ook die niet. De mens is een product van evolutie en een kettingreactie van DNA. De Wikipedia geeft de strekking én de beperking van het wezen 'mens' treffend weer: 
“Mens of (wetenschappelijke naam) Homo sapiens (Latijn: verstandige of wijze mens) is een tweevoetige primatensoort uit de familie Hominidae. Onderzoek naar DNA wijst erop dat de moderne mens ongeveer 200.000 jaar geleden in Afrika ontstaan is als soort. De mens heeft zeer goed ontwikkelde hersenen, waarmee hij in staat is tot abstract nadenken, taal, introspectie, probleemoplossing en emotie. Dankzij zijn intelligentie en rechtopstaande houding, waardoor de armen vrij zijn om voorwerpen op te pakken en te bewerken, is de mens veel meer dan andere soorten in staat gereedschappen te gebruiken. De mens is over de hele wereld verspreid en op alle continenten behalve Antarctica komen grote populaties voor. In juli 2008 was het totale aantal mensen op Aarde groter dan 6,7 miljard[4] individuen, eind oktober 2011 telde de Aarde een totaal van 7 miljard levende mensen. Er is slechts één nog levende ondersoort en dat is Homo sapiens sapiens. Mensen zijn, evenals de meeste andere primaten, sociaal van aard. Ze zijn bijzonder bedreven in het gebruik van communicatiemiddelen voor zelfexpressie, uitwisseling van ideeën en organisatie. Mensen creëren complexe sociale structuren, die bestaan uit talrijke samenwerkende en concurrerende groepen, die uiteenlopen van families tot naties. Sociale interacties tussen mensen hebben een grote variëteit aan tradities, rituelen, ethiek, normen, waarden, en wetten tot stand gebracht, die samen de basis vormen voor de menselijke samenleving.”
In zijn publicatie "The Descent of Man" schrijft Darwin in 1871 (vol. 1, pag. 105): "... het verschil in geest tussen de mens en de hogere dieren, hoe groot het ook is, is zeker een van graad en niet van aard. We hebben gezien dat de zintuigen en intuïtie, de verschillende emoties en vermogens zoals liefde, geheugen, aandacht, nieuwsgierigheid, imitatie, reden, etc., waarover de mens beschikt, kan worden gevonden in een beginnende, of soms zelfs in een goed ontwikkelde toestand, in de lagere dieren. Ze zijn ook in staat tot sommige erfelijke verbetering, zoals we zien in de gedomesticeerde hond vergeleken met de wolf of jakhals."
graphic
In 2001 schreef Jacques Derrida (ook wel 'de beroemdste filosoof van onze tijd' genoemd) "Geen van de eigenschappen waarmee de meest erkende filosofie of cultuur het mogelijk heeft gedacht te erkennen dat dit 'de echte mens' is - geen van hen is, in alle strengheid, de exclusieve reserve van wat wij mensen mens noemen. Hetzij omdat sommige dieren ook beschikken over deze eigenschappen, of omdat de mens deze niet zo zeker bezit als wordt beweerd."
graphic
Friedrich Nietzsche schrijft hierover (in 'Also sprach Zarathustra') "Jullie hebben de weg afgelegd van worm tot mens en veel in jullie is nog worm. Eens waren jullie apen en ook nu nog is de mens meer een aap dan willekeurig welke aap." 
Kortom, de consensus tussen wetenschap en filosofie is: wij zijn apen. Primaten. Maar wel de ‘slimste’. En we zijn de aap die tot de allergrootste beestachtigheid in staat is, dat ook. Dat het zijn van 'de slimste' en 'de beestachtigste' aan elkaar is verbonden biedt een essentieel inzicht in de gerichtheid van de mens. Het hart is immers wat alle dieren met elkaar gemeen hebben. Er zijn twee belangwekkende verschillen met alle andere dieren in ons dierenrijk: #1 het mensdier is dankzij het meest uitgebreide bovenbrein in staat de meest slimme onder alle dieren te zijn. En #2 dankzij de rationele vermogens van dat grote bovenbrein is het mensdier het best in staat rationeel te handelen, en haar handelen extreem te rationaliseren, en daardoor harteloos te handelen. Daarover schreef Immanuel Kant (Kant: Anthropology from a Pragmatic Point of View, P 226): "De mens is duidelijk onderscheiden van alle andere levende wezens door (#1) zijn technische aanleg voor het manipuleren van dingen (mechanisch gecombineerd met bewustzijn), door (#2) zijn pragmatische aanleg (om andere mensen vakkundig te gebruiken voor zijn doeleinden), en (#3) door de morele aanleg in zijn wezen (om zichzelf en anderen te behandelen volgens het principe van de vrijheid onder de wetten)."
Volgens het geconstrueerde denken vanuit de moderne materialistische neurowetenschappen zijn we gedoemd 'ons brein' te zijn; te volgen. Ultiem de rationele createur, de 'super aap'. We identificeren ons met het gereedschap dat ons bovenbrein is. Dan heb je geen intuïtie, geen spiritualiteit, een empathie meer nodig: het gaat hier vooral om het overleven van de ego. En om het berekenen daarvan. Het egoloze hart is echter altijd beschikbaar en als het leven al enig doel heeft dan is het wellicht om dat hart (weer) de leiding te geven. 
Geluk is de dood van het ego.” ~Osho
Er bestaat al langere tijd een 'neuromythe' die mensen verdeelt in rechterbrein- en linkerbrein (gedomineerde) mensen. Mede dankzij het werk van Swaab c.s. weten we dat deze opdeling feitelijk niet helemaal klopt: bij logische inspanningen én bij creatieve inspanningen zijn in beide hersenhelften onderdelen actief en hetzelfde geldt voor taal, analyseren, visualiseren etc. De wijdverspreide kennis over de opdeling van mensen in dominante hersenhelften is, alweer, vooral een gevolg van het zoeken van de oorzaak van een fenomeen (alleen) in de hersenen. 
Prof. Lex Cools was sinds 1984 hoogleraar Farmacologie van de Radboud Universiteit en later hoofd van de afdeling Psychoneuro­farmacologie (1997-2004). Hij was gespecialiseerd in o.a. neuro­biologische anti-Parkinsonmiddelen. 
graphic
Cools bestreed zeker ook het veronderstelde simpele verschil tussen linker- en rechterbrein (mensen) maar ontdekte en onderkende wel degelijk een tweetal fundamenteel verschillende processen in het verwerken van gegevens door hersenen, die hij 'Deep Blue' en 'Kasparov' noemde*. Volgens Cools geven 'Deep Blue' en 'Kasparov' de twee verschillende manieren aan waarop hersenen bepaalde uitdagingen verwerken, de processen in de hersenen dus, en toch wel degelijk dat er 'twee typen mensen zijn', neurologisch dus. Tussen zijn uitleg van deze processen en de neuromythe over linker- en rechterbrein benaderingen zie ik grote overeenkomsten. 
Er zijn twee centra in de hersenen die een bepalende rol spelen in de twee algemene 'soorten' van afhandeling van zaken, vergelijkbaar met de linker- en rechterhelft discussie en waar neuroloog Cools met 'Deep Blue' en 'Kasparov' op doelde. Dat zijn de nucleus caudatus en de nucleus accumbens. Het blad The Journal of Neuroscience publiceerde op 5 september 2012 de onderzoeksresultaten van de Universiteit van Amsterdam**. In dat artikel wordt de nucleus caudatus beschreven als "de schakel tussen verlangen naar iets en het daadwerkelijk doen". Volgens de Amsterdamse wetenschappers "zorgt de nucleus accumbens ervoor dat mensen verlangen en passie ervaren, maar deze hersenstructuur blijkt niet in verbinding te staan met het handelgedeelte van de hersenen." 
De overeenkomsten in de concepten achter de linker hersenhelft, Deep Blue en de Nucleus Accumbens werpen lichten op een bepaald voorspelbaar en 'automatisch' en vooraf bepaald 'standaard' gedrag van mensen. Dergelijke mensen noem ik Hoofdmensen. Pas wanneer daaraan de dimensies van het hart worden toegevoegd(!) ontstaan Hartmensen. Hartmensen zijn dus ook bewuste, dus niet-automatische, Hoofdmensen. Hoofdmensen zijn nooit (ook) Hartmensen.
___________________________________________
* IBM-computer Deep Blue versloeg schaakgrootmeester Garry Kasparov in 1996 bij het schaken
** Carien S. Lansink, Jadin C. Jackson, Jan V. Lankelma, Rutsuko Ito, Trevor W. Robbins, Barry J. Everitt, Cyriel M.A. Pennartz: Reward cues in space: commonalities and differences in neural coding by hippocampal and ventral striatal ensembles. Journal of Neuroscience (5 september 2012).