2. Voorwoord
"Alles moet zo simpel mogelijk gemaakt worden, maar niet simpeler." ~Albert Einstein
De titel van dit boek (Wij zijn ons Hart) wil vooral mijn persoonlijke overtuiging van het dualisme van de mens weergeven. De ambivalentie van het begrip 'hart' geeft dat ook aan. Met dualisme bedoel ik hier een met nieuwe ontdekkingen verrijkte versie van de 'filosofie van de geest' zoals o.a. door René Descartes verwoord: een onderscheid tussen de geest, met bewustzijn en zelfgewaarzijn, en de hersenen, met denkvermogen en intelligentie*. Dit boek is daarmee een dualistisch antwoord op alle uitingen en vormen van monisme (geest-en-lichaam-is-één) en materialisme in het bijzonder (er is alleen materie). Zelfs het 'focussen' op het lichaam zonder de expliciete ontkenning van de geest doet de mens tekort aangezien de relatie tussen geest-en-lichaam dynamisch en wederzijds beïnvloedend is.
Wie de moeite neemt om wat afstand te nemen om heel bewust naar onze wereld, en naar ons dagelijkse leven, te kijken ontkomt er niet aan een belangrijk gemis te ervaren, althans ik ontkom daar niet aan. In alle weloverwogen functionaliteit in alle bouwstenen en voegen van onze maatschappij ontbreekt een evenredig gevoel; een ziel. In alle beredeneerde en uitgetelde rijkdom ontbreekt de rijkdom die je niet kunt tellen, maar die absoluut wel telt. 
Dagelijks zie ik veel rationele functionaliteiten en bedachte gedragsconcepten die bepalend zijn voor wat mensen (geacht worden te) doen. Vooral in het werk. Ik ervaar regelmatig een zekere, en bij gelegenheid hoge mate van harteloosheid daarin. Niet alleen harteloosheid in de bedachte constructies maar ook harteloosheid van degenen die zich daarin voegen; die hun gedrag louter door die rationaliteit laten leiden. Zowel in het werkgebied van HRM (Personeel & Organisatie) als in structuren van commerciële organisaties, publieke en maatschappelijke dienstverlening en -samenwerking is er in wisselende, maar per saldo toenemende mate, sprake van verkilling en vermindering van 'menselijke waarde'. Het meest opvallend was het verlies aan ontelbare waarde bij het telbare 'systeem' dat wij in Nederland hanteren voor zieke, oudere en in het bijzonder voor demente medemensen. Voor zorg. 
Als ik de kunstmatige scheiding tussen werk en privé even ongedaan maak ben ik er van overtuigd dat in elk menselijk gedrag een evenwicht tussen 'lichaam en geest', tussen onze gedragingen en onze spirituele essentie, de mens (pas) compleet maakt. De onmiskenbare voortdurende relatie tussen 'hoofd en hart', en de juiste verhoudingen daartussen, zijn echter uit het gezicht van een groot deel van onze maatschappij verloren; we hebben op te veel plekken de voortdurendheid van die 'complete mens' opgehakt en verdeeld. Spiritualiteit doe je maar in je eigen tijd, bij voorkeur in je kerk. Emoties horen vooral in het privédomein thuis. En rationele, en door afwezigheid van die verbinding met de menselijke geest kunstmatige intelligentie is mooi en genoeg voor het belangrijke domein 'werk'.  
Het is mijn conclusie dat het precies deze 'opsplitsing' is die voor het steeds verder 'ontmenselijken' van onze mensenmaatschappij zorgt, en tegelijkertijd zorgt voor een steeds sterker 'voelbare' roep naar juist die menselijke waarden en authenticiteit; het gevoel dat er in toenemende mate 'iets ontbreekt' in onze maatschappij. Dit boek is mijn kleine bijdrage aan het (weer) mogelijk maken van een menselijker wereld. 
Dit boek draag ik op aan mijn lieve vrouw Carla. En aan onze kinderen en kleinkinderen. Dat vooral zij een hartelijke, menselijke wereld mogen ervaren. Mijn dank gaat uit naar alle mensen die mij hebben geïnspireerd en geholpen. In het bijzonder noem ik mijn jongste zoon Jeroen voor zijn prachtige vormgeving van de boekomslag, Albert Hakkert voor zijn feedback en hulp, Anneke van der Plaats en het BreinCollectief voor de inspiratie.
~ Paul Jansen 
__________________
*Philosophy of Mind.