Vijf gedichten van Agnes Mathilde
Wesendonck-Luckemeyer (1828-1902) zijn door Richard Wagner op
muziek gezet en bekend onder de naam 'Wesendonck Lieder'. In het
bijzonder het tweede gedicht met de titel "Stehe Still!" is een
prachtige tekst die door het Hart tegen het Bovenbrein gesproken
zou kunnen worden, maar evengoed door een dementerende medemens aan
de (door hoofdmensen gecreëerde) wereld om hem/haar
heen:
Wees stil!*
Suizend, bruisend rad van de tijd,
Jij bent de maat van de eeuwigheid;
Lichtende sferen in het wijde heelal,
Jullie die de wereldbol omringen;
Eeuwige schepping, houd toch halt,
Genoeg van het worden; laat mij zijn!
Stop, genererende krachten,
Oergedachten, die eeuwig creëren!
Houd je adem in, verstil je drang,
Zwijg toch, één seconde lang!
Zwellende pulsen, ketent de slag;
Eindig, o eeuwige dag van het willen!
Dat in zalig zoet vergeten
Ik al mijn geluk mag meten!
Als een oog een ander oog in gelukzaligheid
drinkt,
En een ziel helemaal in een andere verzinkt;
Een wezen zich in een ander terug vindt,
En een volbrenging van alle hoop zich aankondigt,
De lippen verstommen in versteld staand zwijgen,
En het innerlijke geen wens meer getuigt:
Dan herkent de mens het teken van eeuwigheid,
En lost jouw raadsel op, heilige Natuur!
___________________________
* Vertaling 2013 Paul L.
Jansen